Wilma Meere is binnen het sociale- en veiligheidsdomein in de regio Enschede een bekende naam. Na twee jaar  als wijk coördinator van een wijk in Enschede te hebben geacteerd, begon ze in 2006 haar eigen bedrijf “WMProjecten”. Vanuit haar drive om mensen te helpen, is ze betrokken bij verschillende projecten binnen de  genoemde domeinen. Het project 10 in Twente, dat gericht is op het verbeteren van de aanpak van personen met verward gedrag, komt ook deels uit haar koker. Genoeg reden dus voor een interview. Bij binnenkomst in de interview ruimte begint ze direct foto’s te maken van de teksten die ter versiering aan wand hangen. Wilma lacht en zegt: “Dit soort dingen kan ik misschien later nog eens gebruiken. Het is altijd goed om inspiratie direct op te slaan”. Zelfs als Wilma geïnterviewd wordt, is ze dus nog met haar werk bezig. Dat tekent haar. Altijd op zoek naar oplossingen, verbeteringen en het bieden van hulp aan mensen.Volgens Wilma heeft de eerder genoemde drive er bij haar altijd al in gezeten: “Ik ben opgegroeid in een gemêleerde wijk in Enschede. Ik zat op een basisschool met kinderen uit alle lagen van de bevolking. Op die school hielpen we elkaar allemaal gewoon. Het ene klasgenootje had andere  hulp nodig dan de ander, maar met z’n allen kwamen we er wel. Je mocht echt zijn wie je was. Na de basisschool kwam ik erachter dat die veilige omgeving niet voor iedereen vanzelfsprekend is”.  Tijdens haar middelbareschooltijd kwam ze erachter dat ze zich wil gaan inzetten voor mensen die hulp kunnen gebruiken. Juist wanneer die veilige omgeving ontbreekt. Na het afronden van de studie “Social Work” op het Saxion in Enschede gaat ze aan de slag in het sociale domein.
Ze opereert naar eigen zeggen jarenlang op het snijvlak van sociale veiligheid in buurten, wijken en met mensen. Jarenlang zet ze zich onder meer in voor de wijk waar ze zelf opgegroeid is.


In 2006 besloot Wilma om zich op het ondernemers bestaan te storten en begon ze haar eigen bedrijf. Door voor zichzelf te beginnen, creëerde ze de mogelijkheid om zelf te kiezen welke projecten ze aan zou nemen. Vele projecten binnen het sociale domein in de regio Twente zagen het levenslicht dankzij de passie van Wilma. De tijd verstreek en in de loop der jaren zag ze de maatschappij veranderen: “De maatschappij is mede door de huidige media steeds meer een snelkookpan geworden. Daarnaast is de sociale druk om “er bij te horen” erg verhoogd. Deze combinatie zorgt o.a.  voor meer meldingen van personen met verward gedrag. In heel Nederland, maar zeker ook in Twente leeft het begrip “de verwarde mens” heel erg. Je ziet het steeds in het nieuws. Na een aantal ernstige incidenten met mensen met dergelijk gedrag, besloten de Twentse gemeentes onder leiding van Burgemeester Anneke Raven van de gemeente Hellendoorn dat er iets moest gebeuren. De 14 Twentse burgemeesters kwamen bij mij uit om een project te starten om mensen met dergelijk gedrag te kunnen helpen. Het idee voor het project 10 in Twente is in 2014 zodoende ontstaan”. Via samenwerking met alle partners is de uiteindelijke aanpak tot stand gekomen.


Wilma wist vanaf het begin af aan zeker dat er een oplossing moest komen die maatwerk zou bieden aan mensen met verward gedrag en hun omgeving. Het doel van het project was om mensen beter te helpen en overlast of ernstige escalaties te voorkomen. Om dit doel te bereiken is samenwerking van groot belang en vond Wilma dat de GGZ direct betrokken moest worden: “Ik had weinig contacten binnen de GGZ, maar na wat research kwam ik terecht bij Marcel Hooch Antink van Mediant. Ik ben er gewoon op m’n fiets naar toe gegaan en heb het probleem en mijn ideeën hierover uitgelegd. Marcel ontving me heel hartelijk en was direct enthousiast. Samen zijn we het idee toen uit gaan werken”. Na de gesprekken met Mediant, Dimence, Veiligheidshuis Twente, Politie en de gemeentes kwam Wilma tot een belangrijke conclusie: “Om met 10 in Twente maatwerk te kunnen leveren moesten we de casuscoördinatoren vanuit de GGZ toevoegen aan de lokale aanpak van de gemeentes. Om zo snel mogelijk hulp te kunnen bieden zijn we de pilot direct gestart”.


Zowel de GGZ, de gemeentes, en de politie mochten de eerste personen aanmelden om deel te nemen aan de pilot. De mensen die het meeste overlast gaven of waar een groot risico was op escalaties  werden aangemeld. Dit waren 10 mensen. We gingen aan de slag en 10 in Twente was geboren”. Voor iedere persoon maakten we een maatwerkplan gericht op de persoon zelf en de hulp die nodig was en de omgeving. Hierbij maakten we gebruik van alle hulp die aanwezig was in de omgeving. Tegelijk keken we ook naar risico’s en overlast en maakten we daar samen afspraken over. . Als projectleider verdiepte Wilma zich in de materie en probeerde om de samenwerking tussen alle verschillende partijen zo soepel mogelijk te laten verlopen: “Als je als projectleider niet geïnteresseerd bent in het werk dat alle partijen verrichten, komt dat je eigen functioneren niet ten goede. Als ik niet weet op welke manier de GGZ denkt, hoe kan ik dan verwachten van de gemeente dat ze dat wel weten?"


De pilot vorderde  en de samenwerking tussen alle partijen begon steeds beter te verlopen.
Toen de eerste pilot tegen het einde liep, werd zelfs besloten een tweede pilot in het leven te roepen. In de tweede pilot was Wilma nauw betrokken bij de intakegesprekken en zorgde ze dat ervaringsdeskundigen een plek kregen binnen het project: “Als je een gesprek hebt met iemand in verwarde toestand, en je neemt dan een ervaringswerker mee, zie je het gesprek veranderen. Iemand voelt zich direct beter begrepen en er ontstaat meer begrip en inzicht in waarom iemand doet wat hij of zij doet en hoe je dat kunt veranderen. De ervaringsdeskundigen kregen dan ook direct een vaste plek in de pilot”.


Wilma omschrijft het werken met de ervaringsdeskundigen als het mooiste dat ze in de afgelopen 25 jaar heeft gedaan: “Het raak me enorm om te zien dat mensen het beste uit zichzelf halen en hun ervaringen in de psychiatrie , inzetten voor anderen. De energie die dat bij me losmaakt is met niets anders te vergelijken”. Het project groeide wat Wilma betreft uit tot een groot succes: “Onder alle personen die zijn aangemeld voor het project, heeft er geen enkele ernstige escalatie plaatsgevonden. Dat is een geweldige prestatie. Door per geval goed te kijken wat iemand nodig heeft, kunnen escalaties en ernstige overlast voorkomen worden.” Wilma hoopt dat nu de pilot afloopt, de aanpak die tijdens 10 in Twente is ontstaan een goed vervolg zal krijgen in 2019: “10 in Twente is met alles wat we hebben bereikt een fantastische aanpak geworden en ik hoop dat de gemeentes het werk voort kunnen zetten".

 Lees hier alle verhalen omtrent personen met verward gedrag.